Artikel laten voorlezen
|
De zoektocht naar effectieve methoden om aandelen te analyseren blijft actueel, vooral in volatiele marktomstandigheden. Een strategie die al tientallen jaren onderwerp van studie is én die door beleggers van verschillende niveaus wordt gebruikt, is de CANSLIM-methode.
Beleggers worden geconfronteerd met een overvloed aan informatie en talloze beleggingskeuzes. Het identificeren van groeiaandelen op basis van consistente en controleerbare criteria blijft lastig, zeker zonder professioneel analysekader.
In dit artikel ontdekt u wat de CANSLIM-analysemethode inhoudt, wie deze heeft ontwikkeld en hoe de zeven criteria geïnterpreteerd kunnen worden. U krijgt tevens inzicht in enkele herkenbare koerspatronen én een objectieve casestudy ter illustratie van hoe deze methode historisch is toegepast.
Wat is CANSLIM?
De CANSLIM-methodiek is een systeem dat werd ontwikkeld door William J. O’Neil, oprichter van Investor’s Business Daily. De naam is een acroniem dat verwijst naar zeven fundamentele en technische selectiecriteria die gezamenlijk een kader bieden voor het identificeren van groeigerichte aandelen. De methode combineert winstgroei, marktstructuur en bedrijfsinnovatie, met als doel het objectiveren van het selectieproces van individuele aandelen.
Hoewel CANSLIM oorspronkelijk gericht was op de Amerikaanse markt, zijn veel van de onderliggende principes ook in bredere context toepasbaar, mits men rekening houdt met lokale marktkenmerken en valuta-effecten.
Wie is William J. O’Neil?
William J. O’Neil is een Amerikaanse belegger en onderzoeker die bekendstaat om zijn empirische benadering van aandelenanalyse. In de jaren ’50 en ’60 verzamelde hij historische gegevens van succesvolle aandelen en identificeerde hij patronen die voorafgingen aan sterke koersstijgingen. Op basis van deze inzichten ontwikkelde hij de CANSLIM-criteria. Belangrijk om op te merken is dat zijn methode geen garantie biedt voor toekomstige prestaties. Het blijft een analysetool, geen voorspellingsmodel.
De zeven CANSLIM-criteria uitgelegd
C – Current earnings per share (Huidige kwartaalwinst per aandeel)
Dit criterium verwijst naar de groei van de winst per aandeel (WPA) in het meest recente kwartaal ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Idealiter ligt deze groei boven de 25%. Een sterke winstgroei op kwartaalbasis wordt vaak gezien als een signaal dat het bedrijf momentum opbouwt en mogelijk koersstijgingen kan doormaken, zeker wanneer die groei gepaard gaat met stijgende omzet.
A – Annual earnings growth (Jaarlijkse winstgroei)
Hierbij wordt gekeken naar de jaarlijkse WPA-groei over een periode van minimaal vijf jaar. Ook hier geldt een voorkeur voor een gemiddelde jaarlijkse stijging van minstens 20%. Bedrijven met een consistente winstgroei over meerdere jaren tonen doorgaans aan dat ze in staat zijn om duurzame prestaties neer te zetten.
N – New products, services, management or price highs (Nieuwe producten, nieuw management of nieuwe prijsrecords)
Bedrijven die recentelijk nieuwe producten of diensten hebben gelanceerd, nieuw leiderschap hebben gekregen of die nieuwe hoogtepunten in hun aandelenkoers hebben bereikt, worden vaak gezien als dynamisch en innovatief. Dergelijke vernieuwingen kunnen zorgen voor concurrentievoordeel en marktaandeelgroei.
S – Supply and demand (Vraag en aanbod)
De verhouding tussen het aantal uitstaande aandelen en de marktvraag speelt een belangrijke rol. Aandelen met een beperkte beschikbaarheid en een hoog handelsvolume hebben meer kans op prijsstijgingen, vooral wanneer institutionele beleggers posities beginnen op te bouwen. Binnen CANSLIM wordt vaak gekeken naar bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan 300 miljoen USD en een dagelijks handelsvolume van minimaal 3 miljoen USD.
L – Leader or laggard (Leider of achterblijver)
Bedrijven die marktleider zijn binnen hun sector hebben vaak betere marges, een efficiëntere bedrijfsvoering en meer pricing power dan hun concurrenten. De voorkeur gaat uit naar de sterkste spelers binnen een industrie, met een robuuste groei- en winsthistoriek.
I – Institutional sponsorship (Institutionele ondersteuning)
Als beleggingsfondsen, pensioenfondsen of andere professionele beleggers aandelen van een bepaald bedrijf aankopen, kan dat duiden op vertrouwen in het toekomstpotentieel. Een toenemend aantal institutionele beleggers over meerdere kwartalen wordt als positief beschouwd. Tegelijkertijd wordt erop gewezen dat overmatige institutionele concentratie ook risico’s kan inhouden.
M – Market direction (Marktrichting)
Zelfs de beste aandelen presteren zelden goed wanneer de algemene marktrichting negatief is. Een stijgende markt (bullmarkt) ondersteunt vaak de opwaartse beweging van groeiaandelen. Daarom is het volgen van de algemene trend van de marktindices (zoals de S&P 500, Euro Stoxx 50 of andere relevante indexen) essentieel binnen deze strategie.
Deze criteria vormen geen vaste regels, maar eerder richtlijnen binnen een kader dat beleggers kan helpen bij hun analyseproces.
Technische koerspatronen binnen CANSLIM
De methode combineert fundamentele met technische analyse. Hieronder een greep uit patronen die binnen CANSLIM als indicatief worden beschouwd voor potentiële instappunten.
Cup-with-handle
Een patroon dat een gestage stijging, gevolgd door een correctie en daarna een nieuwe opwaartse doorbraak weerspiegelt. De vorm herinnert aan een koffiekopje met handvat.
Double bottom
Een W-vormige formatie waarbij twee correcties zichtbaar zijn. Een uitbraak boven het middelpunt van de ‘W’ wordt vaak als positief technisch signaal beschouwd.
Flat Base (vlakke basis)
Een zijwaarts patroon dat zich over meerdere weken ontwikkelt binnen een stijgende trend. Een uitbraak boven het handelsbereik wordt gezien als potentieel positief.
Let op: deze patronen zijn geen garanties voor succes en kunnen ook foutieve signalen geven (‘valse uitbraken’).
Risicobeheer binnen CANSLIM
O’Neil suggereert in zijn publicaties bepaalde risico- en rendementsparameters, zoals:
-
Stoploss van -7% tot -8%
-
Winstdoel van +20% tot +25%
Deze zijn bedoeld als referentiepunten voor risicobeheer, niet als beleggingsadvies. Elke belegger dient zijn of haar eigen risicoprofiel en beleggingsdoelstellingen in overweging te nemen.
Casestudy van de CANSLIM-criteria
Een historisch voorbeeld is Netflix in 2009. Het bedrijf vertoonde meerdere CANSLIM-kenmerken zoals sterke WPA-groei, institutionele interesse en innovatie in het productaanbod. Een doorbraak uit een “cup with handle”-patroon leidde tot een aanzienlijke koersstijging. Hieronder ziet u de grafiek van Netflix.
Conclusie
De CANSLIM-strategie is een analysemethode, geen beleggingsadvies. De waarde ligt in het structureren van een beoordelingsproces op basis van duidelijke criteria. Beleggers die deze methode willen gebruiken, dienen zich bewust te zijn van de inherente risico’s van aandelenmarkten en van de noodzaak om hun persoonlijke situatie (kennis, ervaring, risicobereidheid, financiële draagkracht) in overweging te nemen.