Obligaties

Hoewel beleggen in obligaties vaak minder aandacht krijgt van particuliere beleggers, vertegenwoordigt de obligatiemarkt de grootste financiële markt wereldwijd. Obligaties zijn essentiële beleggingsinstrumenten die in veel portefeuilles terug te vinden zijn.

Een obligatie is een lening die wordt verstrekt aan een bedrijf of overheid. Wanneer u een obligatie koopt, leent u geld aan de uitgevende entiteit in ruil voor een vaste rentevergoeding gedurende een bepaalde periode. De rentevergoeding die u ontvangt, staat bekend als de couponrente. Deze wordt meestal op regelmatige tijdstippen uitbetaald (bijvoorbeeld halfjaarlijks). De looptijd van een obligatie verwijst naar de periode waarin de obligatie wordt uitgegeven en rente wordt betaald. Aan het einde van de looptijd ontvangt u het geleende bedrag terug.

Obligaties worden vaak beschouwd als minder risicovol dan bijvoorbeeld aandelen, maar het rendement is over het algemeen ook lager. Het risico van obligaties kan variëren afhankelijk van de uitgevende partij. Overheidsobligaties worden bijvoorbeeld als veiliger beschouwd dan bedrijfsobligaties. Maar ook bedrijven en zelfs overheden kunnen in theorie failliet gaan. Over het algemeen hebben obligatiehouders voorrang op aandeelhouders bij het verdelen van de activa van het failliete bedrijf. Dit komt omdat obligaties als schuldpapier worden beschouwd en obligatiehouders zijn de schuldeisers van het bedrijf.

De afgelopen jaren hebben we te maken gehad met historisch lage en soms zelfs negatieve rentes. De rentes zijn echter de afgelopen periode weer flink gestegen, mede door zorgen over toenemende inflatie en renteverhogingen door centrale banken. Dit heeft niet alleen een hernieuwde interesse in obligaties aangewakkerd maar roept ook vragen op over de toekomstige richting van de obligatiemarkt. In het bijzonder hebben de rentes op Amerikaanse staatsobligaties, ook bekend als US Treasuries, een significante stijging laten zien. Op moment van schrijven heeft de Amerikaanse 10-jaars Treasury Yield een rente van 4,91% bereikt, het hoogste niveau sinds 2007. Deze stijging maakt ze potentieel aantrekkelijk voor beleggers, hoewel het ook belangrijk is om rekening te houden met het risico van verdere rentestijgingen die kunnen leiden tot dalende obligatiekoersen.



Veelgestelde vragen over Obligaties

Hoe werken obligaties precies?

Obligaties zijn zoals gezegd leningen die worden uitgegeven door overheden of bedrijven. Deze obligaties hebben een nominale waarde, het bedrag dat bij aflossing weer wordt terugbetaald. Deze waarde is het totale bedrag dat de overheid of het bedrijf wil verzamelen. Dit totaalbedrag wordt opgeknipt in kleinere delen, dat zijn de coupures. Dit zijn de eenheden waarin u de obligaties op de beurs kunt verhandelen.

De koersen worden vaak uitgedrukt in een percentage (bijvoorbeeld 105%) van de nominale waarde. Als de koers exact gelijk is aan de nominale waarde dan is deze 100%, dit ook wel ‘a pari’ genoemd. De obligatie is onder pari als de beurskoers onder de 100% is, en boven pari als deze boven de 100% noteert. Aan het einde van de looptijd noteert een obligatie altijd a pari (100%). Voor het uitlenen van geld krijgt u (meestal) een vergoeding.

Wat bepaalt de rente op een obligatie?

  • De marktrente: Deze wordt vastgesteld door de Europese Centrale Bank (momenteel 0%).
  • De looptijd van de lening: Hoe langer u uw geld beschikbaar stelt, hoe hoger de rente (in een normale markt).
  • De kredietwaardigheid van de overheid of het bedrijf: Het vertrouwen in de instantie aan wie u uw geld leent.

Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat (in een normale markt) obligaties die een langere looptijd hebben harder zullen dalen of stijgen wanneer de marktrente daalt of stijgt, dan een obligatie met een korte looptijd. Naarmate de vervaldatum van een obligatie dichterbij komt, neemt de rentegevoeligheid namelijk af. Een 2-jaars obligatie heeft dus een lagere rentegevoeligheid dan 10-jaars schuldpapier dat net uitgegeven is.

De combinatie van coupon en looptijd wordt ‘duration’ genoemd. De duration is een belangrijke maatstaf voor het renterisico van een obligatie. Hoe langer de duration, des te gevoeliger de koers van die obligatie is voor een verandering van de rentestand.

Praktijkvoorbeeld:

Het bovenstaande klinkt misschien ingewikkeld, maar aan de hand van het volgende voorbeeld wordt dit verder toegelicht. Zodra de rente op een obligatie stijgt, zal de obligatiekoers in waarde dalen. Er zijn dan namelijk betere obligaties te krijgen met een hogere couponrente. Als u een obligatie had gekocht die 4% rente betaalt, maar de rente stijgt naar de 5%, dan wordt het lucratiever om in nieuwe staatsleningen te beleggen tegen 5% dan in obligaties die maar 4% geven. Op het einde van de rit krijgt de obligatiehouder zijn inleg altijd ‘a pari’ weer terugbetaald. Als de marktrente gestegen is van 4% naar 5%, dan zal de koers van de obligatie echter onder de nominale waarde dalen, zodat een nieuwe eigenaar van deze obligatie ook ongeveer op 5% rendement kan uitkomen.

In de afgelopen jaren zagen we op de obligatiemarkten het omgekeerde gebeuren. Nieuwe obligaties werden uitgegeven met een lagere rente, waardoor de bestaande obligaties in koers stegen. Hierdoor zakte het rendement op deze obligaties naar ongeveer hetzelfde rendement als op de nieuwe obligaties. 

Hoe kunt u rendement behalen met obligaties?

Zoals eerder gezegd worden obligaties gezien als relatief veilige beleggingen. U weet van te voren namelijk waar u aan toe bent. De couponrente en de einddatum van de obligatie staat vast, waardoor u precies weet hoeveel rendement u gaat maken. Naast het directe rendement kunt u ook koersrendement behalen, doordat de beurswaarde van uw obligatie stijgt. Zoals eerder besproken zal de koers stijgen, zodra de rente daalt. Door de hogere vraag wordt er nieuw schuldpapier tegen lagere rentes uitgegeven, waardoor de waarde van oudere obligaties op de beurs zal stijgen.

Zoals u zult begrijpen kunt u hierdoor ook geld verliezen als de waarde van uw obligatie daalt. Obligaties zijn dus zeker niet risicovrij. De koers van een obligatie is namelijk afhankelijk van onder andere de marktrente (renterisico), de kredietwaardigheid van de uitgever (debiteurenrisico) en van vraag en aanbod op de beurs (marktrisico).

Waarom worden obligaties met een negatief rendement gekocht?

Eén van de redenen voor de negatieve rente is de angst voor een recessie en het uitblijven van inflatie. Hierdoor kopen beleggers massaal obligaties op, die als relatief veilige havens worden beschouwd. Een andere oorzaak is het dovish geluid van centrale banken.

Er is een grote kans dat de Europese Centrale Bank (ECB) weer staatsleningen gaat opkopen. Die hogere vraag zal de marktrente verder omlaag drukken. Beleggers lopen daar op vooruit door nu al obligaties te kopen. Als de marktrente daalt, dan worden de bestaande obligaties namelijk meer waard om dit verschil te compenseren. Beleggers kunnen dus ondanks de negatieve coupon wel rendement maken door de waardestijging van de obligatiekoers.

Welke typen obligaties bestaan er?

Hierboven werd vermeld dat de couponrente vast staat, dit gaat echter niet altijd op. Hoewel de meeste (traditionele) obligaties een vaste couponrente hebben, zijn er ook obligaties die een variabele rente hebben. In dat geval is de rente-uitkering niet vast, maar wordt deze periodiek vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is een obligatie waarbij de couponuitkering afhankelijk is van de hoogte van de Euribor. Daarnaast zijn er nog vele verschillende typen obligaties. Hieronder worden deze obligaties kort toegelicht.

  • Obligaties met een vast rendement: Deze komen het meest voor en zijn hierboven uitvoerig besproken. De betaling van een vast rendement wordt gegarandeerd tijdens de gehele duur van de lening (tot aan de vervaldatum). Het reëel tarief of een gerichte schatting ervan staat vast op het moment van de aankoop op de primaire markt. Zodra deze verhandeld worden op de secondaire markt, zal de koers variëren in functie van het reëel rendement dat op dat moment voor dit type product te verkrijgen is.
  • Floating rate note (variabele rente obligatie): Dit type obligatie kent geen vaste, maar een variabele couponrente. Het kan zijn dat de hoogte van de couponrente afhankelijk is van bijvoorbeeld de marktrente. Deze hebben als voordeel dat wanneer de marktrente stijgt, de vergoeding ook stijgt, maar bij een daling zal de couponrente ook dalen.
  • Achtergestelde obligaties: Lening die bij faillissement pas wordt terugbetaald, nadat gewone obligaties en andere leningen of schuldeisers zijn afbetaald. De risico’s zijn groter dan van een gewone lening en de rente is meestal hoger.
  • Perpetuele obligaties / eeuwigdurende obligaties: Perpetueel betekent ‘eeuwigdurend’. Dit wordt gebruikt bij obligaties die geen vooraf vastgestelde looptijd hebben.
  • Converteerbare obligaties: Deze obligatie wordt vooral gebruikt door (beursgenoteerde) ondernemingen. Op het einde van de looptijd zal de obligatiehouder zijn lening niet terugbetaald krijgen, maar zal deze worden omgezet in aandelen. Deze obligatie kent twee voordelen voor de uitgever. Ten eerste hoeft de uitgever geen cash te reserveren om de lening af te lossen en anderzijds zal de te betalen interest lager zijn. Deze obligaties bieden veelal een lager rendement voor de koper, omdat de belegging eigenlijk vergoed wordt door de mogelijkheid om later aandelen te krijgen tegen een vooraf bepaalde prijs. Dit type kan heel voordelig zijn als men verwacht dat de aandelenkoers flink gaat stijgen, omdat de waarde van de obligatie dan enorm toeneemt.
  • Obligaties met zero-coupon (nulcouponobligatie): Deze obligaties betalen geen interest uit en worden dus tegen een lagere prijs dan de terugbetaald waarde verhandeld. Het verschil tussen de aanschafprijs en de eindwaarde is het finaal rendement voor de belegger.
  • Geïndexeerde obligaties: Op de coupon van deze obligatie wordt een vermenigvuldigingscoëfficiënt toegepast die gekoppeld is aan de jaarlijkse inflatiekoers. Zo zal bij een sterke inflatie het mogelijk verlies van rendement op dit type obligatie minder groot zijn. Maar het indekken van rendementsverlies kost wel geld, waardoor dit type product meestal een lager rendement zal genereren, dan obligaties met een vast rendement.
  • High Yield obligaties / Junk Bonds: Obligatiebeleggers die op zoek zijn naar een wat hoger rendement komen vaak uit bij de zogeheten high yield bonds. Een negatievere term hiervoor is junk bond, oftewel ‘rommelobligatie’. Deze term wordt in de financiële wereld gebruikt om een risicovolle obligatie met een hoog rendement (high yield) aan te duiden. Kredietbeoordelaars als Standard & Poor’s kennen obligaties een waardering toe, om de betrouwbaarheid van een obligatie aan te geven. Een obligatie wordt officieel als junk bond bestempeld wanneer een kredietbeoordelaar de kredietwaardering “non-investment grade” (lager dan BBB) toewijst. Het zijn dus speculatieve obligaties, waarbij er een groot risico bestaat dat de onderneming failliet gaat.
  • Negative yielding debt: Een relatief nieuw begrip dat in 2019 ineens populair werd op de financiële markten is het zogeheten ‘negative yielding debt’. Men doelt hier op het totale bedrag dat uitstaat in de hierboven besproken obligaties met zero-coupon. Wereldwijd staat er momenteel nog voor ruim $10 biljoen aan negative yielding obligaties uit. Dit lag vorig jaar ruim boven de $ 14 biljoen. Sterker nog: de rente op deze obligaties is negatief. Dat betekent dat de koper van deze obligatie gegarandeerd geld verliest. Anders gezegd, u moet ‘geld’ betalen om uw geld ‘veilig te parkeren’. De kosten hiervoor komen nog eens bovenop eventueel waardeverlies door inflatie.

Beleggen in obligaties via ETF’s?

Voor de meer defensieve belegger zijn ETF’s een mooi instrument om een positie in obligaties te verkrijgen. De onderstaande ETF’s zijn uiteraard allemaal te verkrijgen via LYNX. Een belegging in een obligatie ETF is in veel opzichten wel wat gecompliceerder dan het kopen van een individuele obligatie. Een ETF die een index volgt waarin uitsluitend 10-jarige leningen zijn opgenomen, heeft een continue blootstelling aan leningen met deze looptijd. In een tijd van oplopende rentetarieven zal een 10-jaars ETF een slechter resultaat behalen, dan een enkelvoudige belegging in een 10-jarige lening.

De ETF’s hebben bovendien niet altijd een even goede spreiding, dus let goed op welke ETF u koopt. Hieronder staan een aantal willekeurige namen van obligatie ETF’s benoemd:

Europese obligaties:
  • Think iBoxx Government Bond UCITS ETF (TGBT): Dit is een staatsobligatie ETF bestaande uit 25 investment grade staatsobligaties en heeft als doel het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de Markit iBoxx EUR Liquid Sovereign Diversified 1-10 Index.
  • Think iBoxx Corporate Bond UCITS ETF (TCBT): Dit is een bedrijfsobligatie ETF bestaande uit 40 investment grade in euro genoteerde bedrijfsobligaties en heeft als doel het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de Markit iBoxx EUR Liquid Corporates Index.
  • Think iBoxx AAA-AA Government Bond UCITS ETF (TAT): Dit is een staatsobligatie ETF bestaande uit 15 staatsobligaties met een minimale AA rating en heeft als doel het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de Markit iBoxx EUR Liquid Sovereign Capped AAA-AA 1-5 Index.
  • iShares Core € Govt Bond UCITS ETF: Het fonds streeft ernaar het rendement te volgen van een index die bestaat uit investment-grade staatsobligaties van landen in de eurozone.
Amerikaanse & Europese obligaties:
  • iShares $ Treasury Bond 1-3yr UCITS ETF (LBTE): Het fonds streeft ernaar het rendement te volgen van een index die bestaat uit staatsobligaties met een looptijd van 1 tot 3 jaar, die door de Amerikaanse schatkist zijn uitgegeven in Amerikaanse dollar.
  • iShares € Aggregate Bond UCITS ETF (IEAG): Het fonds streeft ernaar het rendement te volgen van een index die bestaat uit investment-grade staatsobligaties, obligaties van semi-overheidsinstellingen, bedrijfsobligaties en geëffectiseerde obligaties die zijn uitgegeven in euro.
  • iShares Core € Corp Bond UCITS ETF (IEAA): Het fonds streeft ernaar het rendement te volgen van een index die bestaat uit investment-grade bedrijfsobligaties die zijn uitgegeven in euro.
Beleggen in obligaties via LYNX?

Obligaties zijn uiterst geschikt voor beleggers die tevreden zijn met het vooraf bekende effectief rendement en bereid zijn de obligatie tot het einde van de looptijd in de portefeuille te houden. Obligaties zijn in dat opzicht voornamelijk interessant voor de meer defensieve belegger, of voor beleggers die bijna met pensioen gaan en dus het risico in de portefeuille willen verminderen. Zoals eerder gezegd loopt u met obligaties over het algemeen minder risico, maar net als bij elke vorm van beleggen zijn er wel degelijk risico’s. De uitgevende partij (bedrijf of overheid) kan namelijk in de problemen komen of zelfs failliet gaan. Dus ook bij het beleggen in obligaties kunt u in theorie een deel of uw gehele inleg verliezen.

Via LYNX kunt u uiteraard ook beleggen in obligaties. Op het Handelsplatform kunt u obligaties kopen uit Nederland, België, Frankrijk, Hongkong en de VS. U kunt de TICKER of ISIN code invoeren in het platform en de gewenste obligatie direct aanschaffen. Door middel van de BOND SCANNER kunt u in het Handelsplatform eenvoudig zoeken naar honderden obligaties.

Een andere manier om een positie te krijgen in obligaties is door middel van obligatie futures of futures opties. Onderstaande afbeelding uit het Handelsplatform toont de vijf meest verhandelde obligatie futures:

Obligaties kopen via Trading WorkStation | LYNX

De meest bekende en verhandelde obligaties futures zijn de Euro Bund (10 Year Bond) en de 10 Year US Treasury Note. Beide hebben een hefboom van 1000. Dit betekent dat u met 1 future op de huidige koers van de Euro Bund future van 178,41 een positie krijgt ter waarde van € 178.410. Een opwaartse beweging van 100 basispunten naar 179,41 (+0,56%) zou een winst/verlies betekenen van € 1000 voor uw portefeuille.