Geschatte Leestijd: 6 minutes

Inspelen op volatiliteit zonder een duidelijke marktvoorkeur brengt uitdagingen met zich mee. Hoe kunt u dan op gestructureerde wijze profiteren van marktbeweging, zonder een uitgesproken bullish of bearish scenario?
In dit artikel leert u wat een strangle strategie is, hoe deze werkt in zowel long- als shortvariant, wat de risico’s zijn, en in welke marktomstandigheden deze strategie mogelijk relevant kan zijn. Daarbij worden zowel de theoretische aspecten inclusief aandacht voor optiegrieken, tijdswaarde en beheer van de positie. Bent u op zoek naar een broker om opties te handelen, klik dan hier.
Opties zijn complexe financiële instrumenten en brengen aanzienlijke risico’s met zich mee. Beleggers moeten zorgvuldig overwegen of ze geschikt zijn voor hun beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid. Beleggers moeten ook hun kennis van de optiemarkt en verschillende strategieën vergroten voordat ze beginnen met handelen in opties.
Wat is een strangle?
De strangle is een optiestrategie waarmee een belegger inspeelt op een beweging. Het mooie van deze strategie is dat het niet uitmaakt of de onderliggende waarde stijgt of daalt. Zolang de beweging groot genoeg is, wordt de optiecombinatie winstgevend.
Een strangle is een neutrale optiestrategie waarbij u inspeelt op een significante beweging in de onderliggende waarde, ongeacht de richting. De strategie combineert een calloptie en een putoptie met dezelfde expiratiedatum, maar met verschillende uitoefenprijzen.
Er bestaan twee varianten:
- Short strangle: u verkoopt deze opties in plaats van ze te kopen. U speculeert dan op een beperkte koersbeweging.
- Long strangle: u koopt zowel een out-of-the-money calloptie als een out-of-the-money putoptie. Deze strategie vereist een sterke koersbeweging om winstgevend te zijn.
Hieronder vindt u een voorbeeld van een long strangle. In het voorbeeld worden de volgende transacties uitgevoerd:
- Koop: call optie $ 44
- Koop: put optie $ 36

Hieronder vindt u een voorbeeld van een short strangle. In het voorbeeld worden de volgende transacties uitgevoerd:
- Verkoop: putoptie $ 38
- Verkoop: calloptie $ 42

Long strangle: profiteren van beweging
Bij een long strangle koopt u tegelijk een putoptie met een lagere uitoefenprijs en een calloptie met een hogere uitoefenprijs. Beide opties bevinden zich out-of-the-money op het moment van aankoop. Hierdoor is de initiële investering doorgaans lager dan bij een straddle, waarbij beide opties at-the-money zijn.
Een long strangle heeft een neutrale delta, omdat de positieve delta van de call en de negatieve delta van de put elkaar aanvankelijk opheffen. De strategie heeft een positieve gamma en positieve vega, wat betekent dat u profiteert van toenemende volatiliteit en dat bij beweging de delta snel in uw voordeel kan veranderen. De theta is negatief, wat betekent dat het tijdsverval in uw nadeel werkt.
Voordelen long strangle
- Ongelimiteerde winstmogelijkheden bij voldoende beweging van de onderliggende waarde.
- Geen richting nodig: stijging of daling kan tot winst leiden.
- Lager instapbedrag dan bij een straddle vanwege out-of-the-money posities.
Nadelen van een long strangle
Nadelen long strangle
- Grotere koersbeweging vereist om break-even te halen dan bij een straddle.
- Tijdsverval: zonder beweging verliest de positie aan waarde.
- Gevoeligheid voor volatiliteit vereist diepgaand begrip van optiegrieken.
Short strangle: profiteren van stilstand
Bij een short strangle doet u het omgekeerde: u verkoopt een calloptie en een putoptie met verschillende uitoefenprijzen. U ontvangt premie, en de strategie is winstgevend zolang de onderliggende waarde binnen de bandbreedte van de twee strikes blijft.
Deze strategie heeft een positieve theta, omdat de opties dagelijks tijdswaarde verliezen – in uw voordeel. Het risico is echter aanzienlijk: uw verlies is in theorie onbeperkt, omdat beide opties ongedekt zijn.
Voordelen short strangle
- Positieve tijdsfactor: bij gebrek aan beweging wordt premie winst.
- Beperkte winst ligt binnen handbereik als de markt binnen de bandbreedte blijft.
- Efficiënt kapitaalgebruik: door premieontvangst kan rendement snel gerealiseerd worden.
Nadelen van een short strangle
- Onbeperkt verliesrisico bij forse bewegingen in beide richtingen.
- Hoog kennisniveau vereist: strategie is niet geschikt voor onervaren beleggers.
- Negatief effect van volatiliteitstoename, wat waarde van de shortopties verhoogt.
Uitoefenprijs en looptijd: waar let u op?
De keuze van uitoefenprijzen bepaalt grotendeels de premie en het risico. Hoe verder de opties out-of-the-money liggen, hoe lager de investering, maar des te groter de koersbeweging moet zijn voor een positief resultaat.
De looptijd is eveneens belangrijk. Kortlopende opties verliezen sneller waarde (hoge theta), wat voordelig is bij een short strangle, maar nadelig bij een long strangle. Langlopende opties bieden meer tijd voor een koersbeweging, maar kosten ook meer premie.
Positiemanagement
Wanneer de markt niet beweegt, zal de waarde van een long strangle afnemen door tijdsverval. In dat geval kan het verstandig zijn de positie voortijdig te sluiten, om resterende waarde te behouden. Bij short strangles moet men extra alert zijn op koersbewegingen, aangezien verliezen snel kunnen oplopen.
Bij een plotselinge beweging kan het gunstig zijn om winst tijdig vast te leggen, omdat markten vaak corrigeren. Positiemanagement vereist dus inzicht in marktomstandigheden, volatiliteit en resterende looptijd.
Theoretisch voorbeeld van een strangle
Stel, u verwacht dat een bepaalde onderliggende waarde sterk zal bewegen in de komende maand, bijvoorbeeld door een belangrijke economische gebeurtenis of bedrijfsresultaten. De koers van het instrument noteert momenteel op € 100. U overweegt een long strangle op te zetten om te profiteren van een mogelijke opwaartse of neerwaartse beweging.
U voert de volgende transacties uit:
- Koop een calloptie met uitoefenprijs 105 voor een premie van 3
- Koop een putoptie met uitoefenprijs 95 voor een premie van 4
De totale investering bedraagt dan 7 per aandeel, of bijvoorbeeld 700 bij een standaardcontract met multiplier 100.
De break-even punten liggen dan op:
- 95 – 7 = 88
- 105 + 7 = 112
Zolang de koers van de onderliggende waarde op expiratie buiten deze zone ligt, is er sprake van een positief resultaat. Binnen de zone resulteert de combinatie in een verlies, met als maximaal verlies de betaalde premie van 700.
Voorbeeldscenario’s bij expiratie:
- Koers eindigt op 115: de calloptie heeft 10 intrinsieke waarde, de put is waardeloos → winst van 3 (10 – 7)
- Koers eindigt op 90: de putoptie heeft 5 waarde, de call is waardeloos → verlies van 2 (5 – 7)
- Koers eindigt op 100: beide opties verlopen waardeloos → totaal verlies van 700
Deze illustratie toont aan dat een long strangle het beste presteert bij grote koersbewegingen, ongeacht de richting. Tegelijkertijd maakt het ook duidelijk dat tijdsverval een impact heeft: blijft de onderliggende waarde binnen de bandbreedte, dan wordt de positie minder waard naarmate de expiratiedatum nadert.
Strangle vs Straddle
Een straddle (at-the-money) vereist een kleinere beweging voor winst, maar is duurder in premie. Een strangle is goedkoper, maar vereist een grotere koersbeweging. De keuze hangt af van uw volatiliteitsverwachting en risicotolerantie.
Straddles reageren sneller op kleine bewegingen, strangles bieden meer ruimte tegen lagere kostprijs, maar met grotere vereiste beweging.